Stichting Samiwork ondersteunt projecten die bijdragen aan evangelisatie en het geestelijk en maatschappelijk welzijn van de Sami.
Beleidsplan Stichting Samiwork
De Stichting Samiwork is bij notariële akte op 19 maart 2021 opgericht met doel om vanuit een vriendenkring verkregen gelden op een verantwoorde manier aan te wenden om het proces van verzoening onder de Sami bevolking te ondersteunen op basis van het verzoenende werk van Jezus Christus. Dit beleidsplan omvat, met onverkorte in achtneming van alle bepalingen als genoemd in de stichtingsakte, de volgende onderdelen:
1. Grondslag
2. Doel
3. Bestuur
a. Samenstelling
b. Vergaderen
c. Besluitvorming
d. Werkzaamheden
e. Beloningen
4. Bezittingen
5. Personeel
6. Fondswerving
7. Verantwoording
8. Samenwerking
1. GRONDSLAG
De stichting heeft als grondslag de Bijbel, zijnde het onfeilbare en geïnspireerde Woord van God.
2. DOEL
a. De stichting heeft ten doel:
1. Het christelijk getuigenis in woord en daad te bevorderen onder de bevolkingsgroep Sami,
2. Het bevorderen van geestelijk en maatschappelijk welzijn van de Sami, met als doel de verzoening van ieder mens met God door Jezus Christus, en
3. Het bevorderen van verzoening tussen de Sami onderling en tussen de Sami en andere bevolkingsgroepen.
b. De stichting tracht haar doel onder meer te bereiken door:
1. het financieel, materieel en anderszins ondersteunen van het evangelisatie- en zendingswerk onder de Sami;
2. het uitdagen van christenen onder de Sami bevolking om getuige te zijn en het stimuleren en ondersteunen van toerusting en training van deze christenen
3. het bieden van materiele ondersteuning aan missionair werkers in het betreffende gebied; 4. het voeren en ondersteunen van maatschappelijke en culturele programma’s om onder de Sami het besef van eigenwaarde en waardigheid te verkrijgen, te hervinden en te vergroten; 5. de Sami te begeleiden naar en coachen in contacten met reguliere overheden en organisaties om hun maatschappelijke positie te versterken;
6. het doen aanleggen en bevorderen van netwerken en platforms t.b.v. het revitaliseringsproces van de Sami-bevolking;
7. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
3. BESTUUR
a. SAMENSTELLING
1. Het bestuur bestaat uit drie of meer natuurlijke personen. Het bestuur stelt het aantal bestuurders vast. Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden ( = zelfde als 3.7).
2. Van bestuursleden wordt verwacht dat zij het christelijk geloof als basis voor hun leven hebben en de visie en missie van stichting Samiwork onderschrijven.
3. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen indien nodig door één persoon worden vervuld.
4. De zittingsduur van een bestuurslid is 3 jaar, met max. 3 stilzwijgende verlengingen.
5. Het bestuur maakt zelf een rooster van aftreden, zodat nimmer in een jaar meerdere bestuursleden aftreden. Een volgens het rooster aftredend bestuurslid is terstond herbenoembaar.
6. Het bestuurslidmaatschap eindigt:
a. Door overlijden van een bestuurslid;
b. Bij verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
c. Bij schriftelijk ontslagneming ( bedanken);
d. Door ontslag hem verleend door de gezamenlijke overige bestuurders;
e. Alsmede bij ontslag op grond van artikel 298 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
7. Indien het bestuur tijdelijk uit minder dan drie respectievelijk uit minder dan door het bestuur vastgestelde aantal bestuursleden bestaat, blijft het niettemin bevoegd, onder gehoudenheid zo spoedig mogelijk zodanige maatregelen te treffen dat in de vacature(s) kan worden voorzien.
b. TAKEN EN BEVOEGDHEDEN VAN HET BESTUUR
1. Behoudens beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de stichting.
2. Het bestuur is niet bevoegd overeenkomsten aan te gaan tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. Alhoewel het bestuur bevoegd is te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, behoort het bezitten van onroerende goederen niet tot het doel van de stichting.
3. Het bestuur is bevoegd tot vertegenwoordiging van de stichting voor zover de wet niet anders bepaalt. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden. Het bestuur kan een bestuurslid en/of een derde machtiging verlenen om de stichting binnen de in de volmacht omschreven grenzen te vertegenwoordigen.
c. BESTUURSVERGADERINGEN
1. Het bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of een ander bestuurslid zulks gewenst acht. De oproeping tot een vergadering geschiedt schriftelijk of elektronisch tenminste zeven dagen van tevoren -de dag der oproeping en die der vergadering niet meegerekend- onder vermelding van de plaats van de vergadering en de te behandelen onderwerpen.
2. Indien de bijeenroeping niet schriftelijk of elektronisch is geschied of onderwerpen aan de orde komen die niet bij de oproeping werden vermeld, dan wel de bijeenroeping is geschied op een termijn korter dan zeven dagen, is een geldige besluitvorming van het bestuur niettemin mogelijk, mits in de betreffende vergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn en geen der bestuursleden zich alsdan tegen de besluitvorming verzet.
3. De bestuursvergaderingen worden geleid door de voorzitter en bij diens afwezigheid door een door de vergadering aan te wijzen ander bestuurslid. Geldige besluiten kunnen slechts worden genomen indien tenminste de helft van de in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is.
4. Van elke bestuursvergadering worden notulen gehouden door de secretaris of bij diens afwezigheid door een daartoe aangewezen bestuurslid. De notulen worden vastgesteld in dezelfde of in een volgende bestuursvergadering en ten blijke daarvan door de voorzitter en secretaris van die vergadering ondertekend.
5. Toegang tot de vergadering hebben de bestuursleden alsmede zij die door de ter vergadering aanwezige bestuursleden worden toegelaten. 6. Een bestuurslid kan zich door een door hem daartoe schriftelijk gevolmachtigd medebestuurslid ter vergadering doen vertegenwoordigen. Een bestuurslid kan ten hoogste één medebestuurslid ter vergadering vertegenwoordigen.
d. BESLUITVORMING BESTUUR
1. Ieder bestuurslid heeft één stem. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald, worden bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de ter vergadering uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Bij staking van stemmen wordt het voorstel in een volgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Staken de stemmen wederom, dan is het voorstel verworpen. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze van stemming.
2. Buiten vergadering kunnen bestuursbesluiten worden genomen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en zij allen schriftelijk hebben verklaard zich niet tegen deze wijze van besluitvorming te verzetten. Een besluit is alsdan genomen zodra de vereiste meerderheid van alle bestuursleden zich schriftelijk voor het voorstel heeft verklaard. Onder een schriftelijke verklaring wordt mede begrepen een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat het bestuur voor dit doel heeft vastgesteld en aan alle bestuurders bekend heeft gemaakt.
e. BELONINGEN
1. De bestuursleden genieten als zodanig geen beloning voor hun werkzaamheden. Het bestuur kan besluiten tot een vergoeding van reis- en verblijfskosten aan bestuursleden.
2. De stichting heeft geen winstoogmerk.
4. BEZITTINGEN
Het vermogen van de stichting wordt gevormd door:
a. subsidies en donaties;
b. verkrijgingen krachtens schenkingen, legaten of erfstellingen;
c. alle andere verkrijgingen en baten.
d. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot ontbinding der stichting.
e. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in lid 1 van het vorige artikel van overeenkomstige toepassing.
f. Bij het besluit tot ontbinding wordt tevens de bestemming van het liquidatiesaldo vastgesteld.
g. Na de ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuurders.
h. Een overschot na vereffening wordt als volgt uitgekeerd: Indien het bestuur besluit tot ontbinding zal het liquidatiesaldo zoveel mogelijk overeenkomstig het doel van de stichting worden aangewend en tevens besteed worden aan een doel het algemeen maatschappelijk belang en/of nut dienende.
i. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.
j. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
5. PERSONEEL
De stichting heeft geen personeel in loondienst.
6. FONDSWERVING
De stichting verwerft fondsen ten behoeve van bestaande projecten en toetst de bereidwilligheid tot bijdrage aan nieuwe projecten. De fondsenwerving geschiedt o.a. door het geven van frequente informatie middels foto’s e.d. tijdens bijeenkomsten, regelmatige verspreiding van nieuwsbrieven en het uitdelen van video’s en flyers.
7. VERANTWOORDING
a. Het boekjaar van de stichting valt samen met het kalenderjaar.
b. Het bestuur is verplicht tot het houden van zodanige aantekeningen omtrent de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende haar werkzaamheden, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
c. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting op te maken. Deze stukken hierna tezamen te noemen “jaarstukken”. Jaarlijks zal er een kascontrole plaatsvinden, door twee door het bestuur te benoemen personen.
d. Het bestuur is verplicht de in lid 2 van dit artikel bedoelde stukken, boeken, bescheiden en andere gegevensdragers alsmede de balans en staat van baten en lasten zeven jaren lang te bewaren.
8. SAMENWERKING
a. Het bestuur is bevoegd een reglement en samenwerkingsovereenkomst(en) vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, die naar het oordeel van het bestuur (nadere) regeling behoeven.
b. Het reglement en samenwerkingsovereenkomsten mogen niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
c. Het bestuur is bevoegd het reglement en samenwerkingsovereenkomsten te wijzigen of te beëindigen.
d. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement en samenwerkingsovereenkomsten is het bepaalde in artikel 10 lid 1 van toepassing.